De Wekeromse Belt

Ontstaan van de belt

Een kleine eeuw geleden, zo’n dertig meter lager, is men begonnen met het storten van vuil. Op 26 januari 1929 heeft het college van B&W van de gemeente Ede namelijk de hinderwet verstrekt voor de ‘oprichting van een vuilnisstortplaats’ te Wekerom. Om het vuil af te dichten, is er tot een diepte van vier meter zand ontgraven.

foto 1B&W besluit 1929

foto 2 Zandontgraving om het vuil af te dichten

Gestadige groei van de belt

Tegenwoordig wordt ons huis en tuinafval, zoveel mogelijk bij de bron al gescheiden. Door deze preventieve scheiding, wordt ons restafval verminderd en wordt het hergebruik van de gescheiden afvalstoffen(GFT, PMD, papier, karton, etc) bevorderd.

In de perioden 1930 tot de sluiting van de belt in 1988 werd al het huisvuil van de gemeente Ede op deze plaats gedumpt. Ook het Bouw &Sloopafval van bedrijven werd het grootste gedeelte van deze periode in Wekerom gestort. Door deze werkwijze is in de loop der jaren een bult ontstaan van 30 meter hoog.

De Belt in 1968 Het ontstaan van de belt door het storten van afval

Ongemak van de belt voor de omgeving

Naast de voordelen, waren er voor de omgeving ook de nodige nadelen van de vuilstort.

De belt stond regelmatig in de brand. De vrijwillige brandweer uit de De Valk, moest regelmatig opdraven om de brand te blussen, dit tot plezier van de Wekeromse jeugd.

Ook was er veel last van ongedierte en stankoverlast. Zelfs heeft de plaatselijke huisarts rond 1980 een gezondheidsonderzoek ingesteld vanwege de veel voorkomende kankergevallen in de omgeving. Gelukkig is er geen verband geconstateerd tussen de ziekteverschijnselen en de voorgekomen vervuiling.

Brand op de belt

Sluiting van de vuilnisbelt

Voorafgaande aan de sluiting van de belt in 1988, is er nagedacht over het afbouwen van de hoeveelheid te storten afval. Het was de laatste jaren voor de sluiting niet meer toegestaan om Bouw&Sloopafval van bedrijven en bedrijfsafval van campings te storten. Het storten van vuil kreeg steeds meer een negatieve klank, zeker in de omgeving van natuurgebieden. Het verbranden van huisvuil en het hergebruik van materialen kwam steeds meer in beeld. Mede vanwege het maatschappelijk inzicht in de schaarste van grondstoffen. ‘’Resten zijn geen afval meer’’

Bij de afbouw van de belt zijn plannen gemaakt om de hellingen van de plotseling uit het landschap oprijzende stortplaats te maken tot in het landschap passende glooiende heuvels. Op deze wijze is de belt met het negatieve imago opgewaardeerd naar nuttige bestemming, overeenkomstig ‘’de ladder van Lansink’’.

Het tweede Kamerlid Lansink gaf reeds in 1979 aan dat storten van afval de meest laagwaardige toepassing is en voorzag reeds een schaarste van grondstoffen. De Wekeromse bult heeft nu een nuttige toepassing gekregen en scoort daardoor enkele treden hoger dan storten van afval.

Nadat de vuilstort met een laag grond is afgedicht is er een veelheid van bomen, struiken en een zee van wilde bloemen ontstaan. Een ideale plek voor flora en fauna. Sinds 2021 wordt de belt periodiek begraasd door Veluwse schapen. Dit komt de verspreiding van de aanwezige flora ten goede.

Op het hoogste punt van de belt is een geweldig vergezicht te aanschouwen in noordwestelijke richting, omgeving het Gooi en de windmolens bij de randmeren.

foto 1 Schapen op de belt

foto 2 De 196 meter hoge omroeptoren in Hilversum, te zien vanaf de vuilnisbelt

Beek & Bultpad

Wandelaars, natuur- en cultuurgenieters, proberen op hun zoektocht naar Flora en Fauna, bij voorkeur gebruik te maken van hoge punten op hun wandelroute. Het lag dan ook voor de hand, dat bij de routeplanning van het in 2009 geopende Klompenpad, deze over de reeds begroeide de belt zou lopen. Een kunstmatig aangelegde bult, die uitsteekt boven de heuvels van de Veluwe en in meerdere mate boven de vlakte van de Gelderse Vallei,

Om de mogelijkheid te bieden het vergezicht naar alle richtingen uit te breiden, is bij de opening van het Beek & Bultpad het idee ontstaan een uitkijktoren te plaatsen op de 30 meter hoge bult. De bewoners van Wekerom wilden op deze wijze de bezoekers mee laten genieten van het prachtige natuurschoon van de Veluwe en van het cultuurlandschap op de overgang van de Veluwe naar de Gelderse Vallei.

Plattegrond Beek- en bultpad

Uitkijktoren

De uitkijktoren is een verhoogde vloer, die wandelaars van het Beek & Bultpad een nog beter uitzicht biedt op het bos- en cultuurlandschap. Het is in feite niets meer en niets minder dan een vloer op een hoogte van 7 meter. De uitkijkpost bestaat uit een tweetal wanden, overhoeks ten opzichte van elkaar geplaatst, op een last verdelende betonnen plaat. Uit oogpunt van duurzaamheid is gekozen voor een onderhoudsarme stalen constructie, terwijl de wanden zijn afgewerkt met onbehandeld hout. Er is geen gebruik gemaakt van hout uit de tropische regenwouden, maar een duurzame toepassing, in harmonie met en afkomstig uit de omgeving.(Gelders Landschap)

Bij de idee-vorming van de uitkijkpost is het ontwerp van een Chinese brug leidend geweest. De brug gaat niet rechtstreeks in een rechte lijn naar de overkant van het ‘water’, maar is een aantal malen geknikt. Dit leidt er toe, dat bij de ‘oversteek’, niet alleen de ‘overzijde’ dichterbij komt, maar dat er tevens, door de sturing van de waarnemingsrichting, een verkenning van het landschap aan de ‘overzijde’ plaats vindt.

Voor het uitzicht van de toren geldt in feite het zelfde idee. Bij het beklimmen van de treden ziet men aanvankelijk slechts bomen en struiken. Halverwege de hoogte maak je een plotselinge draai naar links, op weg naar het bovenste bordes.

Tekening De hoogte van de uitkijktoren ten opzichte van de zeespiegel

Het bestuur van Hoogte 50 op de uitkijktoren

Uitzicht over de omgeving

In noordelijke richting is het dorp Wekerom te ontwaren, op de grens van de hogere gronden van de Veluwe naar de lager gelegen Gelderse Vallei. Het oorspronkelijke Wekerom is een vroegmiddeleeuwse nederzetting. In het jaar 996 na Christus is er reeds sprake van Wicherumloo: het Wekeromse Bos. Het Wekerom van voor 1905 bestond uit enkele boerderijen aan de noordelijke rand van de Wekeromse Eng. In de twintigste eeuw heeft de kern van het huidige dorp zich geleidelijk noordwaarts verplaatst. Weliswaar was er reeds 150 jaar na Christus sprake van akkerbouw, de zogenaamde ‘’Celtic fields”.

De landbouw heeft in dit gebied een zeer lange geschiedenis, want enkele van de oudste Veluwse essen worden hier aangetroffen. Een landbouwtraditie die gaat van vader op zoon. Er werden granen, erwten, bonen, vlas en hennep verbouwd. Omstreeks 1750 werd de aardappel ingevoerd en als volksvoedsel verbouwd.

Het Wekeromse Zand aan de westzijde en landgoed de Valouwe aan de oostzijde van de belt, is vanaf medio 1930 in particuliere handen. In 1956 is het Wekeromse Zand door de eigenaar Kerkhoven verkocht aan het Gelders Landschap. Dit gebied is een alom gewaardeerd natuurgebied en mag tot de mooiste van de Veluwe worden gerekend, mede vanwege de nog aanwezige zandverstuivingen

In westelijke richting ziet men boven de bos- en heidegebieden de kerktoren van en Barneveld en in noordwestelijk richting het cultuur landschap van de Gelderse Vallei

In oostelijke richting kunnen de uitgestrekte bossen van de Hoge Veluwe worden gezien.

 

Uitzicht vanaf de toren  Foto Gerwin van Luttikhuizen 2022

 

 

moeflons op het Wekeromse Zand  

Foto onder Uitzicht vanaf de uitkijktoren  Gerwin van Luttikhuizen 2022